Een bedrijf, grenzend aan een landelijk gebied of Nationaal Landschap?
V.w.b. de geluidsoverlast heeft de Gemeente Zwolle zeker de mogelijkheid om zelfs een lager beschermingsniveau op te leggen.
De bestrijding van geluidhinder is in het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) aangegeven als één van de prioriteiten van het Nederlandse milieubeleid.
Vanuit het zorgvuldigheidsbeginsel is een Gemeente verantwoordelijk en aanspreekbaar op een handelen, die maximaal mogelijk de fysieke leefomgeving van haar inwoners waarborgt. Dit wordt de maatschappelijke zorgplicht van een Gemeente genoemd.
Activiteitenbesluit in relatie met verantwoordelijkheid voor fysieke leefomgeving
Ook binnen het Activiteitenbesluit zijn er mogelijkheden om een lager beschermingsniveau op te leggen. Gemeenten hoeven niet tevreden te zijn met het opgelegde beschermingsniveau.
De eerste mogelijkheid is natuurlijk het maatwerk van voorschrift 2.20. In de toelichting wordt aangegeven dat ook vanuit de aard van de omgeving lagere grenswaarden kunnen worden voorgeschreven. Dat is weliswaar veel werk, maar kan worden toegepast als een Gemeente daadwerkelijk invulling wil geven aan haar maatschappelijke zorgplicht. Verhoudingsgewijs minder werk is de mogelijkheid (op termijn) van de gebiedsgerichte verordening ( het nu nog niet in werking zijnde artikel 2.19). Ook hier kunnen lagere grenswaarden worden voorgeschreven voor een bepaald gebied. Ook hier staat het dus mooi in de toelichting: “Uiteenlopende redenen of argumenten kunnen ten grondslag liggen aan de wens, behoefte of noodzaak tot afwijken. In beginsel zal het omgevingsgeluid bepalend kunnen zijn voor de mate van afwijking van de standaard geluidsnorm.”
Resumerend hebben gemeenten ook bij het Activiteitenbesluit dus wel degelijk de mogelijkheid om een gebiedsgericht geluidbeleid op te stellen. En dat kan heel wel een lager beschermingsniveau zijn.
Dus als een Gemeente meer bescherming wil bieden aan haar burgers voor bepaalde delen van haar grondgebied dan getuigt dat van het nemen van verantwoordelijkheid richting haar burgers. Zeker als in zo’n gebiedsdeel een sterk overlastproducerend bedrijf wordt gevestigd, dat weliswaar ligt aan de rand van een industrieterrein, maar direct grenst aan een landelijk gebied en Nationaal Landschap.
Belangrijk is dat de Gemeente goed motiveert waarom ze het wil en dat alle belangen (bewoners en bestaande bedrijven) goed worden afgewogen. Bij bestaande bedrijven wordt dan uiteraard niet gedacht aan net gevestigde nieuwe bedrijven.
V.w.b. het concrete geval van Boels dient de Gemeente in haar motivatie de onderstaande argumenten zwaar te laten wegen.
- Het gaat NIET om een bestaand bedrijf maar om een zich vestigend bedrijf. Het feit dat het bedrijf er inmiddels al wel twee jaar zit, volgt uit het feit, dat Gemeente bij eerste melding Activiteitenbesluit geen akoestisch rapport heeft geëist. Pas bij een vervolgmelding Activiteitenbesluit is dat wél geëist.
- Gemeente Zwolle wil concrete invulling geven aan haar verantwoordelijkheid om voor haar burgers de fysieke leefomgeving maximaal te waarborgen, haar maatschappelijke zorgplicht;
- Het betreft een sterk overlastproducerend bedrijf, dat zich wil vestigen aan de rand van een industrieterrein, maar direct grenst aan een landelijk gebied en Nationaal Landschap (zie toelichting art. 2.20 lid 1)
- De vestiging van het nieuwe bedrijf heeft plaatsgevonden in de periode dat het door de Gemeenteraad op 9 mei 2005 vastgestelde Masterplan Industrieterrein Voorst staand beleid was. Volgens het daarin genoemde “Paarse Pit“-principe wordt de buitenring van het Industrieterrein omschreven als een gebied dat ingevuld wordt met kantoor(-achtige) bedrijven
- De locatie in Zwolle wijkt volledig af van alle landelijk perspectief resp. alle andere locaties in Nederland óf midden op industrieterreinen óf heel ver van enige bewoning.
- De Gemeente Zwolle neemt de door haar uitgesproken ambitieniveau’s voor rustige woonwijken en landelijk gebied, zoals vastgelegd in haar beleidsdocument “Nota Industriegeluid Zwolle een helder geluid” van 11 juni 2007, niet alleen serieus maar wil die ook proactief in de praktijk brengen.
Mogelijkheden voor maatwerkvoorschriften geluid
Andere waarden (art. 2.20 lid 2)
Vaststellen lagere grenswaarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau (LAmax) dan de standaard waarde is onder voorwaarden mogeljik.
Uiteenlopende redenen of argumenten kunnen ten grondslag liggen aan de wens, behoefte of noodzaak tot afwijken. Het omgevingsgeluid kan bepalend zijn voor de mate van afwijking van de standaard geluidsnorm. De volgende invulling kan dan bijvoorbeeld aan de orde zijn:
- Lagere geluidsgrenswaarden kunnen gesteld worden als het omgevingsgeluid zodanig laag is, dat de standaard grenswaarde tot hinder voor de omgeving leidt. Dit kan zich voordoen in situaties waarbij bedrijven gevestigd zijn in een rustige omgeving bijvoorbeeld een stille woonwijk of landelijk gebied.
NB. Bij inrichtingen op een gezoneerd industrieterrein moeten grenswaarden in het kader van de Wet geluidhinder in acht genomen worden (zie ook: (Maatwerk en gezoneerd industrieterrein).
http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/geluid/activiteitenbesluit/gezoneerd/#Maatwerkvoorschriften
In dit verband wordt de Gemeente erop gewezen, dat het onderwerp Maatwerkvoorschriften in het kader van gezoneerde industrieterreinen niet voor niets is opgenomen onder het sub “hinder-gezondheid”. De Gemeente is immers primair verantwoordelijk voor een acceptabel leefmilieu van haar burgers, waarbij de volksgezondheid maximaal mogelijk gewaarborgd wordt.
Tot slot wordt er op gewezen, dat overlast niet alleen wordt veroorzaakt door hoogfrequente alarmsignalering, maar ook zeker door het laagfrequent gebrom van de langdurig op hoog toerental draaiende motoren van de machines.